Deuteronomy 5:21
21En gij zult niet begeren uws naasten vrouw; en gij zult u niet laten gelusten uws naasten huis, zijn akker, noch zijn dienstknecht, noch zijn dienstmaagd, zijn os, noch zijn ezel, noch iets, dat uws naasten is. ▼▼ vrouw; Exo 20:17 wordt het huis des naasten voor zijn vrouw gesteld, tot een klaar bewijs dat dit maar één gebod is.