Esther 3:5-6

5Toen Haman zag, dat Mordechai zich niet neigde, noch zich voor hem nederboog, zo werd Haman vervuld met grimmigheid. 6Doch hij verachtte in zijn ogen, dat hij aan Mordechai alleen de hand zou slaan ( want men had hem het volk van Mordechai aangewezen); maar Haman zocht al de Joden, die in het ganse koninkrijk van Ahasveros waren, namelijk het volk van Mordechai, te verdelgen.
 hij verachtte Dat is, hij achtte het te gering en de moeite niet waard te zijn, dat hij Mordechai alleen zou doden.
,
 de hand zou slaan Te weten, om hem te doden. Alzo ook boven, Est 2:21 .
,
  volk van Mórdechaï Dat is, de landslieden; of van welk volk en natie Mordechai gesproten was.
Copyright information for DutSVVA