Esther 7:2-3
2Zo zeide de koning tot Esther, ook op den tweeden dag, op den maaltijd des wijns: Wat is uw bede, koningin Esther! en zij zal u gegeven worden; en wat is uw verzoek? Het zal geschieden, ook tot de helft des koninkrijks. ▼ , ▼ 3Toen antwoordde de koningin Esther, en zeide: Indiën ik, o koning, genade in uw ogen gevonden heb, en indien het den koning goeddunkt, men geve mij mijn leven, om mijner bede wil, en mijn volk, om mijns verzoeks wil. ▼▼ mijn leven, Hebreeuws, mijn ziel.
,
▼▼ mijn volk, Te weten, de Joden, uit welken ik gesproten ben. Anders, en mijns volks; te weten, ziel, of leven.
Copyright information for
DutSVVA