Exodus 20:4-5
4Gij zult u geen gesneden beeld, noch enige gelijkenis maken, van hetgeen boven in den hemel is, noch van hetgeen onder op de aarde is, noch van hetgeen in de wateren onder de aarde is. ▼ , ▼ , ▼▼ op de aarde is, Gelijk mensen, viervoetige, of kruipende gedierten; Deu 4:16-17; Isa 44:13; Eze 23:14.
,
▼ 5Gij zult u voor die niet buigen, noch hen dienen; want Ik, de Heere uw God, ben een ijverig God, Die de misdaad der vaderen bezoek aan de kinderen, aan het derde, en aan het vierde lid dergenen, die Mij haten; ▼
,
▼
,
▼▼ de kinderen, Dat is, nakomelingen; te weten, zodanigen, die de voetstappen van hun vaders navolgende, ook de zonde der afgoderij begaan.
,
▼▼ aan het derde, en aan het vierde Hebreeuws, aan de derde en aan de vierde.
,
▼▼ lid dergenen, Of, geslacht.
Copyright information for
DutSVVA