‏ Exodus 32:32-33

32Nu dan, indien Gij hun zonden vergeven zult! doch zo niet, zo delg mij nu uit Uw boek, hetwelk Gij geschreven hebt.
 zult! Versta, zo is het wel; vergelijk deze manier van spreken met Luk 13:9.
,
 zo delg mij nu uit Wien God eens ten eeuwigen leven uitverkoren heeft, dien verwerpt Hij nimmermeer. Maar Mozes heeft met deze woorden geopenbaard zijn innerlijken ijver voor de eer Gods, en zijn grote liefde tot het volk Israëls; vergelijk hiermede den ijver van Paulus, Rom 9:3.
,
 Uw boek, Hetwelk anders genoemd wordt het boek des levens, omdat er in aangetekend staan die allen, welke God ten eeuwigen leven verordineerd heeft; Psa 69:29; Phi 4:3; Rev 3:5, en Rev 20:12, en Rev 21:27; doch dit is menselijker wijze van God gesproken, want door dit boek is niet anders te verstaan, dan zijn eeuwige raad en onveranderlijk besluit der verkiezing.
33Toen zeide de Heere tot Mozes: Dien zou Ik uit Mijn boek delgen, die aan Mij zondigt.
 Dien zou Ik uit Mijn boek delgen, Versta hierbij, indien Ik iemand er uit zou delgen. Anders, dien zal Ik.
Copyright information for DutSVVA