‏ Ezekiel 19:3

3Zij toog nu een van haar welpen op; het werd een jonge leeuw, die leerde roof te roven, hij at mensen op.
 een van haar welpen op; Namelijk Joahaz, die in de plaats van zijn vader koning werd; 2Ki 23:30 .
,
 roof te roven, Joahaz wordt hier beschuldigd van roofgierigheid en overlast, bedreven tegen de bijgelegen volken, als de Egyptenaren, daarna van tirannie, geweld en bloedstorting, ook tegen zijne onderzaten bedreven; vergelijk onder vs.6.
,
 hij at mensen op Vergelijk Deu 7:16 , en Deu 31:17 ; Psa 14:4 , en Psa 27:2 .
Copyright information for DutSVVA