‏ Ezekiel 23:7-8

7Alzo dreef zij haar hoererijen met dezelve, die allen de keure der kinderen van Assur waren; en met allen, op dewelke zij verliefd was, met al derzelver drekgoden, verontreinigde zij zich.
 dreef zij haar hoererijen Hebreeuws eigenlijk, gaf, of overgaf zij hare hoererijen aan hen; dat is zij stelde zich als een onbeschaamde hoer.
,
 kinderen van Assur waren; Dat is, Assyriërs; zie boven Eze 16:26 ; alzo vs.23, en kinderen van Babel, vs.15, 23.
,
 met allen, Of, de woorden een weinig verzet zijnde, aldus: En zij verontreinigde zich met al derzelver drekgoden, en met allen, op welken zij verliefd was.
8Zij verliet ook haar hoererijen niet, gebracht uit Egypte; want zij hadden bij haar in haar jeugd gelegen, en zij hadden de tepelen haars maagdoms betast, en zij hadden hun hoererij over haar uitgestort.
 Egypte; Gelijk boven vs.3. Men kan dit voornamelijk duiden op de afgoderij van de gouden kalven, eerst in de woestijn, daarna te Dan en Bethel opgericht, en op de verbonden, met Egypte gemaakt; zie 2Ki 17:4 .
,
 betast, Gelijk boven vs.3.
Copyright information for DutSVVA