Ezekiel 27:30-31

30En zij zullen hun stem over u laten horen, en bitterlijk schreeuwen; en zij zullen stof op hun hoofden werpen, zij zullen zich wentelen in de as.
 stof op hun hoofden Zie 2Sa 1:2 .
,
 werpen, Hebreeuws, doen opkomen, opbrengen, opwerpen.
,
 wentelen in de as Gelijk Jer 6:26 .
31En zij zullen zich over u gans kaal maken, en zakken aangorden; en zullen over u wenen met bitterheid der ziel, en bittere rouwklage.
 gans kaal maken, Hebreeuws eigenlijk, kaalheid, of zich [met] kaalheid kaal maken. Zie Jer 16:6 .
,
 zakken aangorden; Zie Gen 37:34 .
,
 bitterheid der ziel, Dat is, bittere droefheid des harten.
Copyright information for DutSVVA