Ezekiel 38:21-22

21Want Ik zal het zwaard over hem roepen op al Mijn bergen, spreekt de Heere Heere; het zwaard van een ieder zal tegen zijn broeder zijn.
 roepen Dat is, krijg, moord en verwoesting zal Ik over Gog beschikken. Zie Jer 25:29 .
,
 op al Mijn bergen, Of, voor, dat is, ten beste, om den wil mijner bergen, dat is, mijner kerk.
,
 ieder zal tegen zijn broeder zijn Der vijanden. Dit ziet op de vijandschap en oorlogen, die tussen de koningen van Syrië gerezen zijn, waardoor zij elkander bedorven en verwoest hebben; evenzo hebben dikwijls de dienaars van den Antichrist gedaan, tot verlossing en rust van Gods kerk. Vergelijk wijders de historiën Jdg 7:22 ; 2Ch 20:23 .
22En Ik zal met hem rechten, door pestilentie en door bloed; en Ik zal een overstelpenden plasregen, en grote hagelstenen, vuur en zwavel regenen op hem, en op zijn benden, en op de vele volken, die met hem zullen zijn.
 bloed; Dat is, doodslag en moord.
,
 plasregen, en grote hagelstenen, Zie Psa 11:6 , en boven Eze 13:11 , met de aantekening.
Copyright information for DutSVVA