Ezekiel 39:26

26Als zij hun schande zullen gedragen hebben, en al hun overtreding, met dewelke zij tegen Mij hebben overtreden, toen zij in hun land zeker woonden, en er niemand was, die hen verschrikte.
 overtreding, Dat is, derzelver straf; vergelijk Lev 5:1 , enz.
,
 zeker woonden, Toen het hun welging, bij goede dagen, als het hun betaamde dankbaar jegens mij te zijn.
Copyright information for DutSVVA