‏ Ezekiel 40:45-46

45En hij sprak tot mij: Deze kamer, welker voorste deel den weg naar het zuiden is, is voor de priesteren, die de wacht des huizes waarnemen.
 kamer, Dat is, kamers, elk dezer kamers, gelijk enigen dit verstaan; alzo in vs.46. Vergelijk onder Eze 42:1 , Eze 42:4-5 .
,
 voorste deel Hebreeuws, aangezicht, alzo in vs.46.
,
 wacht des huizes waarnemen Dat is, de dienst van Gods huis; vergelijk Lev 8:35 ; Num 3:7 ; onder Eze 44:8 , Eze 44:14-15 . Sommigen verstaan hier en in vs.46, uit vergelijking van onder Eze 44:10 , Eze 44:14 , de Levieten, gerekend onder de priesters of derzelver naam, omdat zij den priesters gegeven en bijgevoegd waren tot hun behulp; zie Num 3:6-9 , enz. en Num 18:2-4 ; 1Ch 23:27-28 ; of priesters genoemd, [gelijk ook 2Ki 23:9 ,] omdat zij tevoren priesters geweest waren, maar afgezet, gelijk van enigen gezegd wordt, onder Eze 44:12-14 . Het schijnt altijd klaar te zijn, dat hier onderscheid gemaakt wordt tussen de wacht van het huis en de wacht van het altaar, gelij in vs.46 te zien is; gelijk onder Eze 44:14-15 tussen de wacht en van het huis en van het heiligdom.
46Maar de kamer, welker voorste deel den weg naar het noorden is, is voor de priesteren, die de wacht des altaars waarnemen; dat zijn de kinderen van Zadok, die uit de kinderen van Levi tot den Heere naderen, om Hem te dienen.
 wacht des altaars waarnemen; Dat is, de bediening van het brandofferaltaar; waardoor sommigen [gelijk in het voorgaande vs.] verstaan den dienst der Levieten, dien zij den priesters in het offeren moesten doen bij het brandofferaltaar. Doch de aandachtige lezer kan vergelijken onder Eze 44:15 .
,
 Zadok, Zie van dezen breder onder Eze 44:15 .
,
 naderen, Dit naderen en genaken tot den HEERE [waarvan ook in het volgende dikwijls vermeld wordt] was ene afbeelding van de nadering van Jezus Christus, onzen Middelaar, tot den Vader voor ons, en voorts van de voorbidding der herders voor hunne kudde en van alle gelovigen [als geestelijke priesters] in het algemeen, met hunne gebeden en godsdiensten, in Christus' naam. Zie Jer 30:21 ; Rom 1:9-10 ; Eph 1:16-17 ; Col 4:12 ; Heb 10:19 , Heb 10:22 , enz., en Heb 13:17 .
Copyright information for DutSVVA