‏ Galatians 1:7-9

7Daar er geen ander is; maar er zijn sommigen, die u ontroeren, en het Evangelie van Christus willen verkeren.
 Daar er geen ander is; Grieks hetwelk geen ander is; Namelijk dan hetgeen, of dan, hetgeen wij u gepredikt hebben. Zie Act 4:12.
,
 maar er zijn sommigen, Namelijk die uit de secte der Farizeën zich tot den Christelijken godsdienst begeven hebbende, de wet en het Evangelie, en de rechtvaardigheid der werken met de rechtvaardigheid des geloofs zochten te vermengen. Zie Act 15:5.
,
 verkeren Dat is, vervalsen, ijdel of teniet maken.
8Doch al ware het ook, dat wij, of een engel uit den hemel u een Evangelie verkondigde, buiten hetgeen wij u verkondigd hebben, die zij vervloekt.
 wij, of Namelijk ik en de broeders, die bij mij zijn. Of, wij apostelen.
,
 een engel uit Dit is wel in zichzelve niet mogelijk, maar de apostel wil met het stellen dezer onmogelijke veronderstelling te krachtiger aanwijzen de zekerheid van den vloek, die komen zal over degenen, die een ander Evangelie prediken. Zie dergelijke Joh 8:55; 1Co 13:2.
,
 buiten hetgeen wij Dat is, niet alleen tegen hetzelve, maar ook die iets daarbij doen, buiten hetgeen wij gepredikt hebben; hetwelk de valse apostelen deden, lerende dat men niet alleen door het geloof, maar ook door de werken der wet gerechtvaardigd wordt.
,
 vervloekt Grieks Anathema; dat is, vervloeking. Zie van dit woord Rom 9:3; 1Co 16:22.
9Gelijk wij te voren gezegd hebben, zo zeg ik ook nu wederom: Indiën u iemand een Evangelie verkondigt, buiten hetgeen gij ontvangen hebt, die zij vervloekt.
 te voren gezegd Namelijk in vs.8.
,
 wederom Namelijk om te tonen dat dit van mij niet uit haastigheid is gezegd.
,
 ontvangen hebt, Namelijk door onze predikatie hebt gehoord en aangenomen.
Copyright information for DutSVVA