Genesis 1:21

21En God schiep de grote walvissen, en alle levende wremelende ziel, welke de wateren overvloediglijk voortbrachten, naar haar aard; en alle gevleugeld gevogelte naar zijn aard. En God zag, dat het goed was.
 schiep Zie de aantekening op vs.1.
,
 wremelende ziel, Het Hebr. woord betekent niet alleen het zwemmende gedierte, gelijk hier en Lev 11:46 en Psa 69:35, maar ook wat kruipt op de aarde, of met verheffing der voeten daarop gaat en treedt, gelijk onder vs.24-26, vs.28, vs.30 en Gen 6:20, Gen 7:8 en Psa 104:20.
,
 gevleugeld Hebr. alle vogels des vleugels. Alzo ook Psa 78:27.
Copyright information for DutSVVA