Genesis 2:16-17

16En de Heere God gebood den mens, zeggende: Van allen boom dezes hofs zult gij vrijelijk eten;
 gebood Hebr. gebood aan, of over de mens.
,
 den mens, Te weten, beiden, den man en de vrouw. Zie Gen 3:1-3.
,
 zult gij vrijelijk Hebr. etende zult gij eten. Deze manier van spreken, waarbij het woord aldus verdubbeld wordt, vindt men dikwijls in de Heilige Schrift, en dient hier om aan hetgeen verhaald wordt, naar den eis der materie een bijzonder gewicht of opmerking te geven. Alzo ook in het volgende vers (17), alsmede Gen 3:4, Gen 3:16, en Gen 17:13, Gen 18:18; Jos 24:10; Jer 23:17, enz.
17Maar van den boom der kennis des goeds en des kwaads, daarvan zult gij niet eten; want ten dage, als gij daarvan eet, zult gij den dood sterven.
 den dood sterven Hebr. stervende sterven. Versta hierdoor drieërlei dood: 1e de lichamelijke, met al zijn voorafgaande ellende; 2e de geestelijke dood, die tegelijk lichamelijk en geestelijk is.
Copyright information for DutSVVA