Genesis 26:19-21
19De knechten van Izak dan groeven in dat dal, en zij vonden aldaar een put van levend water. ▼ 20En de herders van Gerar twistten met Izaks herders, zeggende: Dit water hoort ons toe! Daarom noemde hij den naam van dien put Esek, omdat zij met hem gekeven hadden. ▼▼ hij Te weten, Izak.
,
▼▼ Esek, Dat is, twist, gekijf.
21Toen groeven zij een anderen put, en daar twistten zij ook over; daarom noemde hij deszelfs naam Sitna. ▼▼ Sitna Dat is, vijandschap, haat, wederstand. Van hetzelfde Hebreeuwse woord wordt de duivel genoemd Satan, dat is, wederpartijder, hater.
Copyright information for
DutSVVA