Genesis 3:17-19
17En tot Adam zeide Hij: Dewijl gij geluisterd hebt naar de stem uwer vrouw, en van dien boom gegeten, waarvan Ik u gebood, zeggende: Gij zult daarvan niet eten; zo zij het aardrijk om uwentwil vervloekt; en met smart zult gij daarvan eten al de dagen uws levens. ▼▼ Dewijl gij Zie de aantekening op vs.6.
,
▼
,
▼▼ met smart Dat is, met kommerlijken en moeilijken arbeid zult gij u op aarde generen.
18Ook zal het u doornen en distelen voortbrengen, en gij zult het kruid des velds eten. ▼▼ het kruid Of, het gewas des velds, hetwelk gij buiten dezen hof zult moeten vinden, zijnde voortaan van deze vruchten verstoten.
19In het zweet uws aanschijns zult gij brood eten, totdat gij tot de aarde wederkeert, dewijl gij daaruit genomen zijt; want gij zijt stof, en gij zult tot stof wederkeren. ▼▼ brood eten, Dat is, uw voedsel en onderhoud krijgen. Alzo is het woord brood voor allerlei voedsel genomen, onder 18:5, 28:20.
,
▼▼ totdat gij tot Dat is, totdat gij sterft.
Copyright information for
DutSVVA