‏ Genesis 31:3

3En de Heere zeide tot Jakob: Keer weder tot het land uwer vaderen, en tot uw maagschap, en Ik zal met u zijn.
 tot het land Dat is, het land Kanaän, hetwelk Ik uw vader Izak en uw grootvader Abraham beloofd heb; hoewel zij in dezen tijd daar niet in hadden dan den akker en de spelonk, waarin Sara begraven was.
,
 Ik zal Zie boven Gen 21:22, en Gen 26:24; idem, onder, Gen 32:9 waar Jakob zelf deze woorden verklaart.
Copyright information for DutSVVA