‏ Genesis 38:12

12Als nu vele dagen verlopen waren, stierf de dochter van Sua, de huisvrouw van Juda; daarna troostte zich Juda, en ging op tot zijn schaapscheerders naar Timna toe, hij en Hira, zijn vriend, de Adullamiet.
 Als nu Hebr. toen de dagen vermenigvuldigd waren; dat is, toen er een goede tijd gepasseerd en nochtans Sela aan Thamar niet gegeven was.
,
 troostte Dat is, hij legde zijn rouw af; verg. boven, Gen 37:35.
,
 zijn schaapscheerders Want in de scheringen was het gebruikelijk gastmalen te houden, en met de vrienden vrolijk te zijn; 1Sa 25:36.
,
 Timna Een stad niet ver van Adullam gelegen, naderhand aan den stam van Juda ten deel gevallen; Jos 15:57. Men leest ook van een Timna, gelegen in Dan; Jos 19:43.
Copyright information for DutSVVA