‏ Genesis 40:5

5Zij droomden nu beiden een droom, elk zijn droom, in een nacht, elk naar de uitlegging zijns drooms, de schenker en de bakker, die des konings van Egypte waren, die gevangen waren in het gevangenhuis.
 elk naar de Dat is, het waren geen ijdele dromen, maar elk had zijn beduiding, die Jozef door Gods ingeven aan hen gedaan heeft, en die door de uitkomst bevestigd zijn; zie onder, vs.12, 18-20 enz.
,
 die des konings Dat is, die tevoren in den dienst des konings waren geweest, maar nu gevangen lagen.
Copyright information for DutSVVA