Genesis 46:32
32En die mannen zijn schaapherders; want het zijn mannen, die met vee omgaan; en zij hebben hun schapen, en hun runderen, en al wat zij hebben, medegebracht. ▼▼ mannen, die Hebr. mannen van vee, of, vemannen; dat is, die met het vee omgaan; gelijk onder, vs.34, aldus mannen van schepen,
1Ki 9:27, dat is, die zich met de scheepvaart generen, scheepslieden; verg. ook boven,
Gen 9:20.