Genesis 50:24-25

24En Jozef zeide tot zijn broederen: Ik sterf; maar God zal u gewisselijk bezoeken, en Hij zal u doen optrekken uit dit land, in het land, hetwelk hij aan Abraham, Izak en Jakob gezworen heeft.
 Ik sterf; Zie boven, vs.5.
,
 bezoeken, en Hebr. bezoekende bezoeken; dat is, Hij zal u zekerlijk bezoeken, te weten, naar zijn genade; om u wèl te doen en zijn beloften aan u te volbrengen; zie boven, Gen 21:1, en hier het volgende vs.
25En Jozef deed de zonen van Israël zweren, zeggende: God zal u gewisselijk bezoeken, zo zult gij mijn beenderen van hier opvoeren!
 zult gij mijn Dit beveelt hij, niet uit superstitie, maar uit een vast geloof, waardoor hij voor zeker hield, dat zijn geslacht het land Kanaän bezitten zou, en dat hetzelve hun allen was tot een voorbeeld en onderpand van het hemelse Kanaän; begerende uit zulke oorzaak, dat zijn beenderen daar eindelijk zouden heengevoerd worden; zie Heb 11:22.
Copyright information for DutSVVA