Genesis 6:7
7En de Heere zeide: Ik zal den mens, dien Ik geschapen heb, verdelgen van den aardbodem, van den mens tot het vee, tot het kruipend gedierte, en tot het gevogelte des hemels toe; want het berouwt Mij, dat Ik hen gemaakt heb. ▼▼ van den aardbodem, Hebr. uitwissen van op het aangezicht des aardbodems.
,
▼▼ het vee, Het Hebr. woord betekent hier niet alleen het tam, maar ook het wild gedierte der aarde. Alzo onder vs.20. Zie boven 1:26.
,
▼▼ het kruipend gedierte, Te weten, wat op de aarde kruipt, en in het water niet leven kan. Zo wordt het Herb.woord genomen boven Gen 1:24-26, Gen 1:28, Gen 1:30.
Copyright information for
DutSVVA