‏ Genesis 8:3

3Daartoe keerden de wateren weder van boven de aarde, heen en weder vloeiende, en de wateren namen af ten einde van honderd en vijftig dagen.
 heen en weder Hebr. gaande en wederkerende, dat is, al meer en meer wederkerende, afnemende, alzo in het volgende vs.5; verg. onder Gen 26:13, en zie Jon 1:11.
,
 ten einde Te rekenen van het begin van den zondvloed, zie hoofdstuk Gen 7:11; in welken gansen tijd de wateren op den aardbodem toegenomen zijn. Zie ook vs.24.
Copyright information for DutSVVA