Hebrews 11:35-38

35De vrouwen hebben hare doden uit de opstanding weder gekregen; en anderen zijn uitgerekt geworden, de aangeboden verlossing niet aannemende, opdat zij een betere opstanding verkrijgen zouden.
 De vrouwen hebben hare doden Als de weduwe van Sarepta door Elia; 1Ki 17, en de Sunamietische vrouw, 2Ki 4, door Elisa.
,
 uit de opstanding [weder-]gekregen; Dat is, nadat zij door de profeten uit den dood opgewekt waren.
,
 uitgerekt geworden, Namelijk als het vel op een trommel, om daarna met stokken ter dood geslagen en gepijnigd te worden, gelijk het Griekse woord medebrengt. En hier ziet de apostel ook op het voorbeeld van Eleazarus en dergelijke pijnigingen onder den tiran Antiochus, waarvan te lezen is 2Mach.6:18, enz.
,
 de [aangeboden] Namelijk die door de dienaars van Antiochus was aangeboden, indien hij maar toegaf tegen Gods wet te doen, gelijk zij verzochten.
,
 een betere opstanding verkrijgen zouden Namelijk hiernamaals ten uitersten dage; Dan 12:2.
36En anderen hebben bespottingen en geselen geproefd, en ook banden en gevangenis;
 bespottingen en geselen geproefd, Namelijk gelijk Micha, 1Ki 22, Amos, Jeremia, enz.
37Zijn gestenigd geworden, in stukken gezaagd, verzocht, door het zwaard ter dood gebracht; hebben gewandeld in schaapsvellen en in geitenvellen; verlaten, verdrukt, kwalijk gehandeld zijnde;
 gestenigd geworden, Als Zacharias de zoon van Jojada; 2Ch 24.
,
 in stukken gezaagd, Gelijk de oude Joodse geschiedenissen getuigen van Jesaja onder de tirannie van Manasse. Waaruit blijkt, dat de apostel niet alleen uit de Schrift, maar ook uit andere den Hebreën bekende geschiedenissen voorbeelden verhaalt; gelijk bij vs.35 ook is aangetekend.
,
 verzocht, Namelijk door zware dreigementen en pijnigingen.
,
 door het zwaard ter dood gebracht; Grieks door den dood van het zwaard; gelijk velen ten tijde van Manasse, 2Ki 21:16, en onder andere tirannen.
,
 hebben gewandeld Grieks hebben omgegaan; namelijk hier en daar dwalende.
,
 schaapsvellen Gelijk van Elia betuigd wordt, 2Ki 1:8, en gelijk der profeten dracht in het algemeen was, gelijk te zien is Zec 13:4.
38( Welker de wereld niet waardig was) hebben in woestijnen gedoold, en op bergen, en in spelonken, en in holen der aarde.
 niet waardig was De wereldse mensen hielden zulke gelovigen voor uitvaagsel der wereld, maar de apostel getuigt daarentegen, dat de wereld hun niet waardig was, en dat daarom God hen als buiten het gezelschap der wereld onderhield; gelijk David lang in de wildernissen dwaalde, 1 Sam. 22, 23, 24; Elia onder Achab, 1Ki 19, en die honderd profeten die in de spelonken verstoken waren, 1Ki 18, gelijk ook vele anderen, waarvan de geschiedenissen gewag maken.
Copyright information for DutSVVA