Hosea 14:6-8
6[014:7] Zijn scheuten zullen zich uitspreiden, en zijn heerlijkheid zal zijn als des olijfbooms, en hij zal een reuk hebben als de Libanon. ▼▼ uitspreiden, Hebr. gaan.
,
▼ 7[014:8] Zij zullen wederkeren, zittende onder zijn schaduw; zij zullen ten leven voortbrengen als koren, en bloeien als de wijnstok; zijn gedachtenis zal zijn als de wijn van Libanon. ▼▼ Zij zullen wederkeren, De ware Israëlieten zullen zich bekeren, waartoe zij vermaand zijn, zie vs.2. Anders: zij zullen wederom zitten.
,
▼
,
▼
,
▼▼ zijn gedachtenis De bekeerde Israëls gedachtenis; dat is, naam, faam, gerucht, zal zo aangenaam en welriekend zijn als de edelste wijn van Libanon. Anders: zijne welriekendheid, of reuk, omdat het Hebr. woord, betekenende gedachtenis, somtijds voor reuk schijnt genomen te worden, gelijk een lieflijk reukwerk iemand doet gedenken. Zie Isa 66:3 ; idem Lev 2:2 , Lev 2:9 ; Num 5:26 , en Psa 20:4 , met de aantekening. Sommigen duiden het op de gedachtenis van God, die zeer lieflijk en aangenaam zal zijn bij den gelovige, vanwege zijn overgrote genade.
8[014:9] Efraïm! wat heb Ik meer met de afgoden te doen? Ik heb hem verhoord, en zal op hem zien; Ik zal hem zijn als een groenende denneboom; uw vrucht is uit Mij gevonden. ▼▼ Efraïm Dit kan men nemen als woorden van God, die zich zonderling laat gevallen [gelijk iemand die verblijd is], dat Efraïm alle afgoderij verworpen heeft en hem daarmede niet meer lastig valt of omsingelt, gelijk tevoren. Zie Hos 12:1 , enz. Of men kan het nemen voor woorden van den bekeerden Efraïm, aldus: Efraïm [zal zeggen] enz.
,
▼
,
▼▼ verhoord, Dit schijnt te zien op het gebed in vs.3,4. Anders: Ik zal [hem] verhoren, of Ik verhoor en aanschouw, of aanzie hem.
,
▼
,
▼▼ denneboom; Die zijne groenigheid, of zijn loof, [gelijk de kruidbeschrijvers betuigen] den gansen winter door houdt, en met een lieflijke grote schaduw verkwikt; alzo [wil God zeggen] zal Ik hen verkwikken tegen de hitte aller tegenspoeden en vervolgingen.
,
▼▼ vrucht is uit Mij gevonden Waarvan in Hos 13:15 . Dat is, door mijn genadige en krachtige werking zult gij zeer vruchtbaar zijn ten goede, uwe vrucht zal er gewis zijn. Zie Joh 15:1 , enz.; Psa 1:3 , enz.; en verg. in vs.6-8, en aangaande het woord gevonden, of niet gevonden worden, verg. Mic 1:13 ; Zep 3:13 ; Mal 2:6 ; 1Pe 2:22 ; idem Num 11:22 ; Psa 46:2 .
Copyright information for
DutSVVA