Hosea 9:4
4Zij zullen den Heere geen drankofferen doen van wijn, ook zouden zij Hem niet zoet zijn, hun offeranden zouden hun zijn als treurbrood; allen, die dat zouden eten, zouden onrein worden; want hun brood zal voor hun ziel zijn, het zal in des Heeren huis niet komen. ▼▼ zullen Wanneer zij in Assyrië zullen zijn weggevoerd en eten wat onrein is, van welken ellendigen toestand der Israëlieten in het voorgaande en vs.5 gesproken wordt.
,
▼▼ den HEERE Als zijnde buiten zijn land en plaats, enz., die God tot offeren verordineerd had, en voorts geen gelegenheid of middel hebbende om den Heere wat reins te offeren, gelijk blijkt uit de voorgaande en volgende woorden.
,
▼
,
▼
,
▼▼ treurbrood; Hebreeuws, brood der treurenden, of rouwenden; dat is, leedspijs, die men eet in sterfhuizen; zulks alles was naar de wet der ceremoniën onrein. Zie Lev 21:1 , enz. en Lev 22:4 , enz.; Num 19:14 ; Deu 26:14 , enz. Ook waren zij gehouden te offeren met vreugde, Deu 12:6-7 ; waarom sommigen door brood of spijs de offeranden verstaan; zie Lev 3:11 , en Lev 21:6 ; Num 28:2 ; Eze 44:7 .
,
▼▼ ziel zijn, Dat is, hunne spijs, hun eten en drinken, hunne maaltijden, zullen alsdan, in hunne ballingschap, wezen over hunne doden, die zij verloren hebben, of als over hunne doden, [vergelijk Eze 24:17 ,] dewijl zij in gedurigen rouw zullen leven, en overzulks onrein zijn. Alzo wordt het woord ziel genomen voor een dood lichaam of een dode, Psa 16:10 ; Lev 19:28 ; zie de aantekening aldaar. Anders: voor hun eigen personen, of voor henzelven; [gelijk het Hebreeuwse word ook genomen wordt] dat is, zij eten en drinken voor zichzelven, maar niet mij ter ere [gelijk boven Hos 8:13 ] ; dewijl enigen verstaan dat in vs.4 niet gesproken wordt van den staat der ballingschap, maar van hetgeen de Israëlieten nu deden en tot de ballingschap toe doen zouden. Vergelijk Zec 7:5-6 .
,
▼▼ niet komen Dat is, zulks, als zijnde onrein, mag men in Gods huis niet brengen, noch daarvan offeren.
Copyright information for
DutSVVA