Isaiah 11:3-5

3En Zijn rieken zal zijn in de vreze des Heeren; en Hij zal naar het gezicht Zijner ogen niet richten; Hij zal ook naar het gehoor Zijner oren niet bestraffen.
 Zijn Te weten des Heeren Christus.
,
 rieken Dat is, zijn kennis en oordeel. Anders: En Hij, te weten Christus, zal rieken; dat is, zeer wijselijk en verstandiglijk alles vernemen en gewaar worden.
,
 in de vreze Dat is, Hij zal, als een kenner der harten, weten en verstaan bij wien de vreze des Heeren is, bij wien zij niet is.
,
 naar het gezicht Versta dit alzo, dat Christus niet alleen naar den uiterlijken schijn, of naar de woorden alleen, oordelen zal [waarmede de ene mens den anderen dikwijls bedriegt] maar naar de gelegenheid des harten als zijnde een kenner des harten, en een doorgronder der nieren. Zie Joh 2:24-25 , en Joh 21:15-17 .
,
 naar het gehoor Dat is, Hij zal ook niet lichtelijk aannemen de klachten, die men hem aanbrengt, noch ook de schijnheilige woorden der huichelaars. Of, Hij zal niet oordelen van zichzelven, maar gelijk Hij van zijn Vader zal gehoord hebben.
,
 bestraffen Te weten met woorden. Anders, straffen; te weten niet alleen met woorden, maar ook met plagen.
4Maar Hij zal de armen met gerechtigheid richten, en de zachtmoedigen des lands met rechtmatigheid bestraffen; doch Hij zal de aarde slaan met de roede Zijns monds, en met den adem Zijner lippen zal Hij den goddeloze doden.
 Hij zal de armen De zin is: Hij zal wel de armen [te weten, de armen van geest, gelijk Mat 5:3 ] , richten en straffen, maar met goedertierenheid en in billijkheid, tot hun best. Of, Hij zal den vromen en onnozelen, die van de goddelozen en kinderen dezer wereld onderdrukt worden, recht spreken en verlossen van het geweld hunner wederpartijders. Zie Psa 72:4 , Psa 72:12 .
,
 de zachtmoedigen Te weten die zachtmoedigen, nederigen en verslagenen van gemoed uit het gevoel en de bekentenis hunner zonden. Anders: En Hij zal om de zachtmoedigen der aarde wil straffen met rechtmatigheid. De zin is: Hij zal straf oefenen over de goddelozen, opdat Hij de zachtmoedigen verlosse en bescherme.
,
 de aarde Dat is, de mensen op de aarde, te weten de goddelozen, gelijk straks volgt.
,
 slaan Te weten in hunne conscientiën, derzelve overtuigende van hunne zonden, hun hunne ellenden en verdoemenis te kennen gevende. Zie hiervan een voorbeeld Act 2:37 .
,
 met de roede Dat is, met de kracht der predikatie van zijn Woord, hetwelk is de geestelijke scepter van zijn koninkrijk, scherper dan enig tweesnijdend zwaard, Heb 4:12 ; zie dergelijke manier van spreken Job 22:22 ; Psa 33:6 ; 2Th 2:6 ; Rev 1:16 , en Rev 2:16 , en Rev 19:15 .
,
 met den adem Dat is, met zijn Woord of predikatie van hetzelve, gelijk straks.
,
 den goddeloze Dat is, alle goddelozen; dat is, Hij zal de leer der goddelozen overtuigen van valsheid, en hun leven van goddeloosheid, en dat zal Hij zo krachtiglijk doen, dat zij in hunne conscientiën zullen overtuigd worden dat zij der verdoemenis waardig zijn, of immers wel verdiend hebben verdaan en te schande gemaakt te worden, 2Th 2:8 ; en eindelijk zal Hij alle onbekeerlijken metterdaad straffen.
5Want gerechtigheid zal de gordel Zijner lendenen zijn; ook zal de waarheid de gordel Zijner lendenen zijn.
 gerechtigheid Dat is, Hij zal bekleed en versierd zijn, niet gelijk de koningen dezer wereld met uiterlijke sieraad van klederen; maar met gerechtigheid en met trouw, of met de waarheid en bestendigheid zijner beloften. Zie Psa 45:4-5 , en Psa 72:4 , Psa 72:12 . Christus geeft zijnen uitverkorenen hetgeen Hij hun belooft.
,
 waarheid Of, trouw.
Copyright information for DutSVVA