Isaiah 11:6-9

6En de wolf zal met het lam verkeren, en de luipaard bij den geitenbok nederliggen; en het kalf, en de jonge leeuw, en het mestvee te zamen, en een klein jongske zal ze drijven.
 de wolf Dat is, de boze, kwade, wilde, woeste mensen, zo Joden als heidenen, zullen door de predikatie van Christus en van zijne dienaren en de innerlijke werking van den Heiligen Geest zo veranderd worden, dat zij, afleggende hun boze genegenheden, met den geest der liefde en der zachtmoedigheid zullen aangedaan worden, alzo dat zij goedertieren en beleefd met elkander zullen leven en verkeren, zonder hun enig leed of schade aan te doen. Zie Isa 65:25 ; Hos 2:17 .
,
 verkeren, Of, wonen, herbergen.
,
 het mestvee Of, het vette vee.
,
 een klein jongske Dat is, de minste discipel of dienaar van onzen Heere Christus, al is hij gering in de ogen der mensen, zal hen besturen en regeren door de leer van het heilige Evangelie, want er zal gewillige gehoorzaamheid bij de mensen wezen, zijnde door den Geest Gods innerlijk bewogen om het Woord des Heeren aan te nemen.
7De koe en de berin zullen te zamen weiden, haar jongen zullen te zamen nederliggen, en de leeuw zal stro eten, gelijk de os.
 de leeuw Dat is, de vorsten en heren zullen zich zowel laten leiden en regeren door de predikatie van het goddelijke Woord, als personen van minderen staat en aanzien; zij zullen altegaar met enerlei spijs of voeder, te weten met Gods Woord, gevoed worden.
8En een zoogkind zal zich vermaken over het hol van een adder; en een gespeend kind zal zijn hand uitsteken in de kuil van den basilisk.
 zal zich vermaken Dat is, het zal spelen. De zin is: De geringsten in de gemeente Gods zullen in geen gevaar staan dat de machtigen hen enigszins zullen beledigen of beschadigen, dewijl die zowel als de geringsten tot Christus zullen bekeerd worden; gelijk nader te zien is vs.9.
,
 een adder; Zie Deu 32:33 , en Psa 58:5 .
,
 zal zijn hand Dat is, die, wier harten tevoren vol vergif waren, zullen zo gezuiverd worden, dat het een vermaak en genoegen zal zijn met hen te verkeren.
9Men zal nergens leed doen noch verderven op den gansen berg Mijner heiligheid; want de aarde zal vol van kennis des Heeren zijn, gelijk de wateren den bodem der zee bedekken.
 Men zal Dit vs. verklaart de zinnebeeldige uitdrukkingen van vs.6-8. De zin is: Onder de gelovigen, die tot kennis des Heeren komen zullen, zal de een den ander niet beledigen noch beschadigen, onrechtvaardigheid of geweld aandoen; maar zij zullen zich gelijkelijk eens godzaligen, oprechten en eerbaren handels en wandels bevlijtigen. Zie Isa 65:25 .
,
 Mijner heiligheid; Of, mijns heiligdoms; dat is, in de gemeente der gelovigen. Want in den tempel, die op den berg Zion gebouwd was, plachten de gelovigen te vergaderen.
,
 de aarde Dat is, de uitverkoren kinderen Gods op de aarde wonende.
,
 gelijk de wateren Hebreeuws, gelijk de wateren de zee bedekken. Hier betekent de zee zoveel als de grond der zee. En de zin is: Dat de kennis des Heeren overal rijkelijk zal bloeien.
Copyright information for DutSVVA