‏ Isaiah 3:10-11

10Zegt den rechtvaardige, dat het hem wel gaan zal; dat zij de vrucht hunner werken zullen eten.
 dat het hem Zie van zulk gebruik van het Hebreeuwse woord Tob, Jer 22:15-16 .
,
 eten Dat is, genieten; dat is, God de Heere zal uit genade hunne godzaligheid belonen. Zie de aantekening Pro 1:31 .
11Wee den goddeloze, het zal hem kwalijk gaan, want de vergelding zijner handen zal hem geschieden.
 het zal hem In het Hebreeuws staat alleen het woord kwaad of boos. Anders: als hij boos is; dat is, als hij boos blijft.
,
 want de vergelding Dat is, hem zal wedervaren of overkomen even hetzelfde, dat hij anderen gedaan heeft; hij zal gestraft worden om zijner boosheden wil.
Copyright information for DutSVVA