Isaiah 41:17-18

17De ellendigen en nooddruftigen zoeken water, maar er is geen, hun tong versmacht van dorst; Ik, de Heere zal hen verhoren, Ik, de God Israëls, zal hen niet verlaten.
 De ellendigen Te weten die arm van geest zijn, en die honger en dorst hebben naar de gerechtigheid, dat is, die hun geestelijke armoede gevoelende en bekennende, daarbij weten dat er gene gerechtigheid bij hen is, en daarom hongeren en dorsten naar de gerechtigheid Gods. Dezen belooft de Heere dat Hij hen zal verkwikken en verzadigen.
,
 water, Dat is, hulp, troost, verkwikking in hun nood en benauwdheden.
,
 er is geen, Noch bij henzelven, noch bij andere mensen, zij zijn dan schriftgeleerden of farizeën, of hoe zij heten mogen.
18Ik zal rivieren op de hoge plaatsen openen, en fonteinen in het midden der valleien; Ik zal de woestijn tot een waterpoel zetten, en het dorre land tot watertochten.
 rivieren Versta hier door de rivieren, fonteinen, enz. een zeer groten overvloed van geestelijke zegeningen; zie de aantekening Job 20:17 . De zin is: Ik zal hen verkwikken door de predikatie van het heilig Evangelie en de kracht des Heiligen Geestes, hen troostende tegen het aanklagen hunner eigen conscientie. Zie Isa 35:7 , en Isa 44:3 ; Joh 4:10 , en Joh 7:37 .
,
 tot een waterpoel Zie de aantekening Psa 107:35 .
Copyright information for DutSVVA