Isaiah 50:6

6Ik geef Mijn rug dengenen, die Mij slaan, en Mijn wangen dengenen, die Mij het haar uitplukken; Mijn aangezicht verberg Ik niet voor smaadheden en speeksel.
 Ik geef Mijn rug De zin is: Ik lijd alle leed, smaad en schande, dien men mij aandoet, met geduld en lijdzaamheid. Zie Mat 26:67 , enz., en Mat 27:26 .
,
 die Mij het haar Of, die [mij] de haren uitplukten.
,
 voor smaadheden Of, voor menigerlei smaad.
,
 speeksel Zie de aantekening Job 30:10 .
Copyright information for DutSVVA