Isaiah 51:19

19Deze twee dingen zijn u wedervaren, wie heeft medelijden met u? Er is verwoesting, en verbreking, en honger, en zwaard, door wien zal Ik u troosten?
 Deze twee dingen Te weten dat gij van de vijanden zijt vervolgd geweest en van uwe regenen geen troost ontvangen hebt, gelijk vs.18 gezegd is; maar anderen menen dat het beter past op hetgeen vs.20 volgt.
,
 wie Of, wie beklaagt u? dat is, wie troost u? gelijk Job 2:11 .
,
 door De zin is, wiens voorbeeld zal ik bijbrengen, waar ik uwe ellende bij vergelijk, u doende zien dat er nog anderen geweest zijn, die zo hardelijk gestraft zijn als gij? Anders: waarmede; anders: door wien zal ik u doen troosten?
Copyright information for DutSVVA