‏ Isaiah 6:6-7

6Maar een van de serafs vloog tot mij, en had een gloeiende kool in zijn hand, die hij met de tang van het altaar genomen had.
 vloog tot mij, Te weten uit het bevel van God, want zij stonden vaardig nevens den Heere, om zijne bevelen te ontvangen en uit te voeren.
,
 hij had Deze kool was een teken van de afbranding der zonden, dat is de zuivering en vergeving der zonden.
,
 het altaar Versta hier, het altaar van het brandoffer, op hetwelk gestadiglijk vuur was, zijnde dit altaar een voorbeeld van Christus en zijne offerande voor onze zonden; zie Heb 13:10 .
7En hij roerde mijn mond daarmede aan, en zeide: Zie, deze heeft uw lippen aangeroerd; alzo is uw misdaad van u geweken, en uw zonde is verzoend.
 deze Te weten gloeiende kool, die ik van het altaar genomen heb. Hiermede wordt aangewezen dat de vergeving der zonden komt van de offerande van Christus, welke door de offerande des altaars werd afgebeeld; tegelijk, dat de Heilige Geest de zonden, als een vuur, verbrand en verteert.
,
 is verzoend Anders: genadiglijk bedekt.
Copyright information for DutSVVA