Isaiah 62:4-5

4Tot u zal niet meer gezegd worden: De verlatene, en tot uw land zal niet meer gezegd worden: Het verwoeste; maar gij zult genoemd worden: Mijn lust is aan haar! en uw land: Het getrouwde; want de Heere heeft een lust aan u, en uw land zal getrouwd worden.
 De verlatene, Te weten van God haren bruidegom, alsof gij niet meer zijne bruid of zijn volk waart; zie Isa 60:15 .
,
 Het verwoeste; Hebreeuws, verwoesting; dat is, het verwoeste; zie Hos 1:10 ; 1Pe 2:10 .
,
 Mijn lust Dat is, God heeft een welgevallen aan haar, te weten aan Jeruzalem.
,
 uw land Dat u de Heere gegeven had te bewonen; of uw land; dat is de inwoners van uw land.
,
 Het getrouwde; Dat is, het bewoonde.
,
 uw land zal Dat is, uw land zal bewoond worden, gelijk ene vrouw haren man bijwoont.
5Want gelijk een jongeling een jonkvrouw trouwt, alzo zullen uw kinderen u trouwen; en gelijk de bruidegom vrolijk is over de bruid, alzo zal uw God over u vrolijk zijn.
 u trouwen; Te weten o gij land, of onder u, bij u, te weten o gij kerk.
,
 uw God Christus wordt meermalen in de Heilige Schrift een Bruidegom genoemd, en zijne gemeente ene Bruid, Joh 3:29 ; Rev 21:2 , Rev 21:9 , welker onderlinge liefde en vreugde verhaald wordt Son 4:1 , enz.
Copyright information for DutSVVA