‏ Isaiah 66:10-11

10Verblijdt u met Jeruzalem, en verheugt u over haar, al haar liefhebbers! Weest vrolijk over haar met vreugde, gij allen, die over haar zijt treurig geweest!
 u O gij gelovige kinderen Gods, gij nieuwgeboren Christenen, van welker geboorte gesproken is vs.8.
,
 met Jeruzalem, Dat is, met de kerk Gods, het geestelijke Jeruzalem, hetwelk de Heere weder herbouwd en zeer vermeerderd heeft, door de beroeping der heidenen.
,
 over haar, Of, met haar, of in haar; dat is harenthalve.
,
 Weest vrolijk Dat is, weest hartelijk verblijd, gelijk Mat 2:10 .
,
 zijt treurig Te weten niet alleen om de verwoesting van het aardse Jeruzalem, maar veel meer omdat de kerk Gods door hare vijanden bijna geheellijk is onderdrukt geworden.
11Opdat gij moogt zuigen, en verzadigd worden van de borsten harer vertroostingen; opdat gij moogt uitzuigen, en u verlusten met den glans harer heerlijkheid.
 Opdat gij Opdat gijlieden moogt deelachtig worden de gaven, die de Heere over zijne kerk rijkelijk zal uitstorten. Zie de aantekening Psa 36:9 .
,
 harer vertroostingen; Dat is, van haar veelvoudigen troost, waarmede zij de verslagen conscientiën vertroost. Zie 2Co 1:3-4 .
,
 met den glans Of, met den overvloed harer glorie of heerlijkheid.
Copyright information for DutSVVA