Isaiah 66:11
11Opdat gij moogt zuigen, en verzadigd worden van de borsten harer vertroostingen; opdat gij moogt uitzuigen, en u verlusten met den glans harer heerlijkheid. ▼▼ Opdat gij Opdat gijlieden moogt deelachtig worden de gaven, die de Heere over zijne kerk rijkelijk zal uitstorten. Zie de aantekening
Psa 36:9 .
,
▼▼ harer vertroostingen; Dat is, van haar veelvoudigen troost, waarmede zij de verslagen conscientiën vertroost. Zie
2Co 1:3-4 .
,
▼▼ met den glans Of, met den overvloed harer glorie of heerlijkheid.