Judges 19:6
6Zo zaten zij neder, en zij beiden aten te zamen, en dronken. Toen zeide de vader van de jonge vrouw tot den man: Bewillig toch en vernacht, en laat uw hart vrolijk zijn. ▼▼ vrolijk zijn Hebreeuws, goed; dat is, vrolijk van goede dingen. Zie boven,
Jdg 16:25; alzo vs.9, 22.