Judges 20:6
6Toen greep ik mijn bijwijf, en deelde haar, en zond haar in het ganse land der erfenis van Israël, omdat zij een schandelijke daad en dwaasheid in Israël gedaan hadden. ▼▼ deelde haar, Te weten, in twaalf stukken, boven,
Jdg 19:29.
,
▼▼ zij een schandelijke daad Die van Gibea.
,
▼▼ dwaasheid in Israël gedaan hadden Zie
Gen 34:7. Alzo onder, vs.10.