Judges 8:27

27En Gideon maakte daarvan een efod, en stelde die in zijn stad, te Ofra; en gans Israël hoereerde aldaar denzelven na; en het werd Gideon en zijn huis tot een valstrik.
 efod, Zie Exo 28:4.
,
 stelde dien in zijn stad, Te weten, op een hogen stok, stang of iets dergelijks, tot een gedenkteken dezer victorie, maar het werd na zijn dood [gelijk sommigen uit vs.33, afnemen] grotelijks misbruikt.
,
 hoereerde aldaar denzelven na; Bedrijvende met dien efod geestelijke hoererij; dat is, afgoderij en superstitie. Zie Lev 17:7, en Lev 20:5, gelijk zij gedaan hebben met de koperen slang door Mozes opgericht; 2Ki 18:4.
,
 valstrik Vergelijk Exo 23:33, en Exo 34:12; Deu 7:16. De zin is dat het Gideon [als hebbende onbedachtelijk het volk, tot afgoderij zeer genegen zijnde, de gelegenheid gegeven] tot zonde is gerekend, en zijn huis ten verderve gestrekt heeft. Zie Jdg 9.
Copyright information for DutSVVA