Jeremiah 1:18-19
18Want zie, Ik stel u heden tot een vaste stad, en tot een ijzeren pilaar, en tot koperen muren tegen het ganse land; tegen de koningen van Juda, tegen haar vorsten, tegen haar priesteren, en tegen het volk van het land. ▼▼ vaste stad, Hebr. stad der vesting, idem pilaar van het ijzer, muren van het koper; dat is, tot een onoverwinnelijk fort, hetwelk in het volgende vs.19 verklaard wordt. Verg. ook Jer 15:19-21 .
19En zij zullen tegen u strijden, maar tegen u niet vermogen; want Ik ben met u, spreekt de Heere, om u uit te helpen.
Copyright information for
DutSVVA