‏ Jeremiah 27:5-6

5Ik heb gemaakt de aarde, den mens en het vee, die op den aardbodem zijn, door Mijn grote kracht, en door Mijn uitgestrekten arm, en Ik geef ze aan welken het recht is in Mijn ogen.
 en Ik geef ze Of, daarom geef Ik die, of heb ze gegeven, enz.; te weten de aarde.
,
 recht is in Mijn ogen Dat is, wien het mij, belieft, of beliefde.
6En nu, Ik heb al deze landen gegeven in de hand van Nebukadnezar, den koning van Babel, Mijn knecht; zelfs ook het gedierte des velds heb Ik hem gegeven, om hem te dienen.
  Nebukadnezar, In het voorgaande dikwijls genoemd Nebukadrezar.
,
 knecht; Zie boven Jer 25:9 .
,
 gedierte des velds Manier van spreken, betekenende een volstrekte en volkomen heerschappij. Vergelijk onder Jer 28:14 ; Dan 2:38 .
Copyright information for DutSVVA