Jeremiah 30:5-7

5Want zo zegt de Heere: Wij horen een stem der verschrikking; er is vrees en geen vrede.
 Wij horen een stem Hier worden de inwoners van Jeruzalem ingevoerd, aldus klagende ten tijde van het innemen der stad, enz.
,
 verschrikking; Of, siddering.
6Vraagt toch en ziet, of een manspersoon baart? Waarom zie Ik dan eens iegelijken mans handen op zijn lenden, als van een barende vrouw, en alle aangezichten veranderd in bleekheid?
 baart? Dat is, baren kan, gelijk dikwijls.
,
 bleekheid? Of, geelheid, de geelzucht; dat is, misverwig, gelijk de geelzuchtige mensen en de landvruchten, wanneer ze door veel vocht verrotten en met honigdauw geslagen zijn. Vergelijk Deu 28:22 .
7O wee! want die dag is zo groot, dat zijns gelijke niet geweest is; en het is een tijd van benauwdheid voor Jakob; nog zal hij daaruit verlost worden.
 want Of, immer, zekerlijk is die dag, enz., of, dat die dag zo groot is.
,
 dag is zo groot, Dat is, de bestemde tijd des oordeels over Jakobs nakomelingen [zie Psa 37:13 , en Joe 1:15 ] , dat zij nooit tevoren zo hard zijn gestraft.
Copyright information for DutSVVA