Jeremiah 31:21
21Richt u merktekenen op, stel u spitse pilaren, zet uw hart op de baan, op den weg, dien gij gewandeld hebt; keer weder, o jonkvrouw Israëls, keer weder tot deze uw steden! ▼▼ spitse pilaren, Het Hebreeuwse woord Tamrurim, dat boven [van een anderen oorsprong genomen] vs.15, bitterheden betekende, schijnt hier genomen te zijn van Thamar, dat is een palmboom, [waarbij de afgodische beelden vergeleken worden Jer 10:5 ] , die zijn spits in de hoogte opsteekt, en alzo wijders te betekenen spits, omhoog opgerichte pilaren, pyramiden, hoge steenhopen [gelijk sommigen] of palmtekenen, om de wegen te kennen. God wil zeggen dat zij den weg wel zullen onthouden, dien zij gegaan zijn naar Babel, omdat zij vandaar zekerlijk zullen wederkeren tot hun land.
,
▼▼ baan, Of, opgehoogden, gebaanden weg, of straat.
,
▼
,
▼▼ deze uw steden Uit welke gij gevankelijk zijt weggevoerd.
Copyright information for
DutSVVA