‏ Jeremiah 31:5-6

5Gij zult weder wijngaarden planten op de bergen van Samaria; de planters zullen planten, en de vrucht genieten.
 de vrucht genieten Hebreeuws, ontheiligen; dat is, de vruchten vrijelijk gebruiken en eten; zie Deu 20:6 .
6Want er zal een dag zijn, waarin de hoeders op Efraïms gebergte zullen roepen: Maakt ulieden op, en laat ons opgaan naar Sion, tot den Heere, onzen God!
 dag zijn, Dat is, een tijd der genade en vreugde.
,
  hoeders op Efraïms gebergte De herders van Gods kerk, predikers van het Evangelie. Hebreeuws, nozerim, met welk woord sommigen menen dat God gezien heeft op den naam der Nazarenen, die men den Christenen gaf; Act 24:5 . Zie ook Num 6:2 .
,
 roepen Hebreeuws, hebben geroepen, of roepen; dat is, alsdan zullen roepen.
,
 laat ons opgaan naar Sion, Vergelijk Isa 2:2-3 ; Mic 4:2 , met de aantekening.
Copyright information for DutSVVA