‏ Jeremiah 34:18-19

18En Ik zal de mannen overgeven, die Mijn verbond hebben overtreden, die niet bevestigd hebben de woorden des verbonds, dat zij voor Mijn aangezicht gemaakt hadden, met het kalf, dat zij in tweeën hadden gehouwen, en waren tussen zijn stukken doorgegaan:
 bevestigd hebben de woorden des verbonds, Metterdaad niet volbracht, niet gehouden hebben. Hebreeuws eigenlijk, niet hebben doen rijzen, of opstaan; zie Deu 27:26 , en onder Jer 35:14 .
,
 met het kalf, Anders: [gelijk] het kalf, enz. dat is, Ik zal hen in stukken doen scheuren door het gevogelte, enz. gelijk vs.20.
,
  tweeën hadden gehouwen, Zie Gen 15:17-18 .
19De vorsten van Juda, en de vorsten van Jeruzalem, de kamerlingen, en de priesteren, en al het volk des lands, die door de stukken des kalfs zijn doorgegaan.
 kamerlingen, Of, hovelingen; zie Gen 37:36 .
Copyright information for DutSVVA