Jeremiah 34:21

21Zelfs Zedekia, den koning van Juda, en zijn vorsten, zal Ik overgeven in de hand hunner vijanden, en in de hand dergenen, die hun ziel zoeken, te weten, in de hand van het heir des konings van Babel, die van ulieden nu zijn opgetogen.
 van ulieden nu zijn opgetogen Dat is, van Jeruzalem afgetogen, opgetrokken, [zie boven vs.11, en onder Jer 37:5 , Jer 37:11 ] , tegen den koning van Egypte, die tot hulp van Zedekia in aantocht was.
Copyright information for DutSVVA