‏ Jeremiah 4:30

30Wat zult gij dan doen, gij verwoeste? Al kleeddet gij u met scharlaken, al versierdet gij u met gouden sieraad, al schuurdet gij uw ogen met blanketsel, zo zoudt gij u toch tevergeefs oppronken; de boelen versmaden u, zij zullen uw ziel zoeken.
 gij verwoeste? Dochter Zions, gelijk in vs.31, dat is, gij die verstoord, of verwoest zult worden.
,
 kleeddet Op zijn afgodisch en heidens, om uwen vijanden te behagen en te vermurwen; gelijk de hoeren zich oppronken om de boelen te behagen.
,
 schuurdet Al versierdet en blankettet gij u zozeer en dikwijls, dat uw aangezicht of wangen daarvan kwamen te splijten en te scheuren.
,
 boelen De Babyloniërs, die u zoeken machtig te worden.
,
 ziel zoeken Dat is, naar het leven staan. Zie 2Sa 4:8 .
Copyright information for DutSVVA