‏ Jeremiah 48:3-5

3Er is een stem des gekrijts van Horonaim; verstoring en een grote breuk!
 breuk Dat is, verwoesting, moord, enz. Zie boven Jer 4:6 , Jer 4:20 .
4Moab is verbroken; haar kleine kinderen hebben een gekrijt laten horen.
 verbroken; Vergelijk boven Jer 17:18 , en Jer 22:20 , enz.
,
 zijn kleine kinderen In het vrouwelijk geslacht. In deze profetie wordt van Moab somtijds in het vrouwelijk, somtijds in het mannelijk geslacht gesproken; alzo in Jer 49 van Ammon, Edom, enz., en voorts van Babel, Medië, enz.; somtijds kan er gezien worden op het land, somtijds op het volk; ook wordt het Hebreeuwse woord, dat land of aarde betekent, in beiderlei geslachten gebruikt, doch meest in het vrouwelijk; vergelijk onder Jer 51:28 .
5Want in den opgang van Luhith zal geween bij geween opgaan, want in den afgang van Horonaim hebben Moabs wederpartijders een jammergeschrei gehoord.
  Horonáïm Waar men van Luhith afgaat naar Horonaïm, gelegen in de laagte, dicht bij Luhith.
,
 jammergeschrei gehoord Hebreeuws, geschrei ener breuk, of der verbreking; dat is, een moord, of jammergeschrei der Moabieten, roepende tot elkander gelijk volgt; alzo Isa 15:5 . Anders: de vijanden, die inbreuk riepen, heeft men gehoord.
Copyright information for DutSVVA