Jeremiah 9:4-5

4Wacht u, een iegelijk van zijn vriend, en vertrouwt niet op enigen broeder; want elk broeder doet niet dan bedriegen, en elk vriend wandelt in achterklap.
 doet niet dan bedriegen, Hebreeuws, ondertredende ondertreedt; dat is, onderdrukt, bedriegt in alle manieren; zie Gen 27:36 , en onder Jer 17:9 .
5En zij handelen bedriegelijk, een ieder met zijn vriend, en spreken de waarheid niet; zij leren hun tong leugen spreken, zij maken zich moede met verkeerdelijk te handelen.
 handelen Anders: spotten, drijven den spot; zie het gebruik van het Hebreeuwse woord Gen 31:7 ; 1Ki 18:27 ; Job 13:9 .
Copyright information for DutSVVA