Job 2:8

8En hij nam zich een potscherf, om zich daarmede te schrabben, en hij zat neder in het midden der as.
 hij nam Namelijk, Job.
,
 potscherf, Hebreeuws, aarden vat. Dewijl zijn vingers zonder twijfel mede verzworen waren, dat hij zich daarmede niet kon schrabben, zo heeft hij zich met een potscherf moeten behelpen, om daarmede zijn zweren te wrijven en den knagenden etter uit dezelve weg te nemen. Waaruit te verstaan is, niet alleen de grootheid van Jobs gezweer; maar ook dat hij beroofd was van de hulp der mensen, die zich schroomden voor de ijselijkheid van zijn kwaad; zie onder, Job 19:13-15 , enz.
,
 zat neder Dit was bij de ouden een teken der droefenis, treurigheid, leedschap en vernedering des harten; onder, Job 42:6 ; Jon 3:6 ; Mat 11:21 ; Luk 10:13 .
Copyright information for DutSVVA